Bijzondere vondst in kajak
maandag 7 december 2020


René van der Zwan, moderne kajak deskundige en Frank en Susan Bos (collectiebeheerder van het museum) onderzoeken de Rijper kajak. Ze kijken naar de constructie van de kajak en de vervorming in haar huidige staat.
Daartoe wordt ook literatuur gebruikt, en de hypothesen van Gert Nooter uit 1971 opnieuw getoetst met de informatie die sindsdien beschikbaar is gekomen.
“We streven naar een advies waarbij de kajak beter in model wordt geconserveerd en gepresenteerd.” De ontdekte schade aan de kajak is waarschijnlijk veroorzaakt door niet-Groenlanders. Het instappen is voor gevorderden. Inuit kunnen hun knieën ook enigszins naar achter buigen en hun heupomvang bij een geringe breedte van 34 cm., maken het mogelijk plaats te nemen. Zonder oefening lukt het ongeoefende Nederlanders niet om in de kajak te komen. En zonder heel veel oefening slaat de kajak, door zijn geringe stabiliteit, geheid om. Dat dit mogelijk wel is geprobeerd zou de schade aan het houten frame kunnen verklaren. Stabiliteit ontstaat mede door snel peddelen maar dat vergroot weer de kans op aanvaring. Een mogelijke oorzaak van schade aan de neus van de kajak.
Nooter beschrijft dat de kajak is in 1675 door een schip dat toebehoorde aan de familie Boon meegebracht is als souvenir. Sindsdien zou de kajak binnen de familie Boon zijn gebleven. Vanaf 1937 wordt de kajak tentoongesteld in het museum. Het is bekend dat de familie Boon in de Straat Davis viste. Dat gebied werd pas ontsloten voor walvis- en robbenvangst voor Nederlanders na 1719. De Rijper kajak heeft vele tegenstrijdige trekjes. Zo is een herkomst uit zuidoostelijk of oostelijk Groenland zeker op grond van die kenmerken niet uitgesloten. Inmiddels is onder andere duidelijk geworden dat Oost-Groenland rond 1600 wel degelijk bewoond gebied was.
Het onderzoek gaat nog even verder waarmee het verhaal hopelijk compleet wordt.
Categorieën: nieuws