zoek op deze site
English Deutsch Français

Doopsgezinden en het Schermereiland

Tot 1581 werden Doopsgezinden of Mennisten vervolgd in de Republiek. Velen weken uit naar het platteland zoals het geïsoleerde Schermereiland. De Rijp, Graft en de Graftdijken telden veel doopsgezinden. Elk dorp had zijn eigen Doopsgezinde Vermaning. In De Rijp stond deze zelfs manifest midden in het dorp.
Lang is de Rijper gemeente, na die van Zaandam, de grootste doopsgezinde plattelandsgemeente van Holland geweest. In 1640 sloot een aantal gelijkgestemde doopsgezinde gemeentes zich aaneen tot de zogeheten Rijper Sociëteit. Het ging om plaatsen tot aan Ameland toe. Daarmee speelde doopsgezind De Rijp een rol op landelijk niveau.


Doopsgezinde cultuur

De doopsgezinden vertegenwoordigden een relevante financiële macht. Zij leverden een ook een grote bijdrage aan de cultuur. Op het Schermereiland hebben intensief gelezen, doopsgezinde auteurs gewoond: de dichter Hoejewilt, ingenieur Leeghwater en leraar Van Dooregeest. Een ander voorbeeld is de doopsgezinde Rijper kunstschilder Jan Kieft (geb. 1798). Het museum bezit werk van hem.


Doopsgezinden op zee

Tegen 1600 was de helft van het Schermereiland zeevarend, ook veel doopsgezinden. De haringvisserij en walvisvaart waren eeuwenlang in handen van doopsgezinde reders. Deze deden ook aan handelsvaart op de Oostzee (vis heen / hennep terug). De keus voor de vreedzame vaart op de Oostzee was, net als die voor haringvisserij en walvisvaart, vermoedelijk mede ingegeven door de doperse afkeer van wapengebruik.